Freek Blankena 27 mrt 2013
Er moet niet minder maar juist méér druk komen op naleving van de webrichtlijnen door overheidsorganisaties. Dat stellen organisaties van mensen met een handicap en de Stichting Waarmerk drempelvrij.
Versoepeling zonder toetsing
De organisaties roeren zich naar aanleiding van het naderende Kameroverleg (op 3 april) over minister Plasterks besluit ‘pragmatischer’ om te gaan met de verplichting voor overheidsorganisaties om te voldoen aan een basisset van de officiële webrichtlijnen. Die regels betreffen de toegankelijkheid in brede zin van websites. Plasterk wil het meer aan gemeenten overlaten of zij volledig willen voldoen aan die regels, volgens het principe ‘pas-toe-of-leg-uit’. Onafhankelijke toetsing via het Waarmerk drempelvrij zou niet meer verplicht zijn. Maar de genoemde organisaties willen juist een strakker regime rond de webrichtlijnen.
Het kan best
“We zijn er nu tien jaar mee bezig geweest”, stelt vice-voorzitter Matt Poelmans van de Stichting Waarmerk Drempelvrij (SWD). “En het kan wel, als je het wilt. Er zijn zo’n honderd gemeenten die er wel aan voldoen.” SWD pleit voor verplichting van de drempelvrij-toets én sanctionering; die was er tot dusver nog niet. Poelmans ziet verwarring over de eisen waaraan de publieke sector nu moet voldoen en verspilling doordat overbodige nieuwe instrumenten hun intrede doen. Dat Plasterk de toepassing van de webrichtlijnen pragmatischer wil maken, wil er bij hem niet in. “Het is het probleem wegdefiniëren.”
Deadline stellen
De Oogvereniging, de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland, MaculaDegeneratie Vereniging Nederland, Retina Nederland, Platform VG, de belangenorganisaties voor doven en slechthorenden, de koepel van ouderenorganisaties CSO en Seniorweb vragen de Tweede Kamer in een gezamenlijke brief een deadline vast te stellen waarbinnen alle overheidsorganisaties moeten voldoen aan de 16 meest basale richtlijnen van het Waarmerk drempelvrij.nl.
Vier miljoen mensen
Volgens de genoemde organisaties telt Nederland vier miljoen mensen met een functiebeperking: blinden, slechtzienden, kleurenblinden, doven, slechthorenden, mensen met een motorische handicap, een verstandelijke beperking, autisme, concentratiestoornissen, laaggeletterden en ouderen. Voor al die mensen moet een overheidswebsite toegankelijk en bruikbaar zijn, stellen ze.
Niet alleen een gunst
Poelmans: “Het gaat om een kwart van de bevolking, dus die onwil is misplaatst. Het excuus dat het te duur is om aan die eisen te voldoen geldt ook niet meer. Iedere overheidsorganisatie heeft al lang de kans gehad het mee te nemen in de reguliere vernieuweing van hun site. En anders neem je gewoon een standaardsite die goed in elkaar zit. Toegankelijkheid is geen gunst, maar gewoon een burgerrecht. En het is ook goed voor de efficiëntie van de dienstverlening.” SWD doet dan ook een dringend beroep op de Kamerleden als resultaatverplichting op te leggen dat alle overheden in 2014 voldoen aan de Webrichtlijnen versie 2 niveau A (of Webrichtlijnen 1 niveau 3).
Basisinformatie
Ook waar het de evident duurdere aspecten van de webrichtlijnen betreft wil Poelmans niet al te veel ruimte bieden. Het ondertitelen van videoverslagen van gemeenteraadsvergaderingen is een voorbeeld. “Dan heb je het wel over democratische basisinformatie.” Maar voor pragmatisme is best ruimte, bijvoorbeeld bij het ondertitelen van instructievideo’s rond gemeentedienstverlening, zoals het aanvragen van een paspoort. “Waarom maken die gemeenten niet met zijn allen één ondertitelde video? Zo is ook de belastingbetaler beter af, en dat zijn 16 miljoen belanghebbenden.”
Verschenen in Binnenlands Bestuur